Home EVCharge Total Energies

De basics

Normaal laden of snelladen, wat zijn de verschillen, en hoe pak ik het aan?

2023-09-22-TE-0186-extra copy

4.1.1 Normaal laden of snelladen, wat is het verschil?

Er zijn verschillende soorten laadpunten en technieken om een elektrisch voertuig op te laden. In de praktijk wordt er een opdeling gemaakt in vier laadmodi (zie verderop).

Om te bepalen wat de meest gewenste laadmodus is, wordt er gekeken naar het gebruik en de mogelijkheden. Hierbij spelen de volgende elementen een rol:

  • Gewenste laadvermogen
  • Beschikbare netaansluiting
  • Gewenste mate van connectiviteit
  • Gebruik van ‘smart charging’
  • Brandveiligheidsvoorwaarden

Mode 1

Opladen via een normaal stopcontact (220V, max 10A) zonder laadcontrole. In tegenstelling tot Mode 2 laden, vindt er geen communicatie plaats tussen het voertuig en de laadkabel. De laadkabel heeft dan ook geen ingebouwde veiligheidsfuncties om onder andere het vermogen te begrenzen. Deze laadmodus komt in de praktijk niet meer voor om elektrische voertuigen op te laden.

Mode 2

Deze mode komt overeen met het opladen via een standaard geaard stopcontact, waarop een oplaadkabel met een In-Cable-Control-box wordt aangesloten. Deze oplaadkabel is voorzien van een stroombegrenzer en de nodige elektrische beveiligingen. Met een standaard stopcontact blijft de laadstroom beperkt tot 10A. Hierdoor bedraagt het maximale laadvermogen 2,3 kW. Het wordt sterk afgeraden om deze mode te gebruiken in de context van bedrijven. TotalEnergies biedt geen laadkabels of -systemen om op deze manier een EV op te laden.

Mode 3 – AC-lader

Mode 3 is een betrouwbare en aanbevolen optie voor het opladen van een elektrisch voertuig en komt overeen met het opladen vanaf een AC-laadpunt. Bij deze mode vindt er communicatie plaats tussen het voertuig en het laadpunt waardoor de stroom op elk ogenblik geregeld kan worden om een veilige laadsessie te garanderen. Hierbij zal de wisselstroom van het net omgezet worden naar gelijkstroom via de omvormer van het voertuig. Een van de belangrijkste voordelen van een mode 3 laadpaal is dat deze is uitgerust met de nodige communicatiemodules om het gebruik van verschillende laadpassen, en dus ook facturatie, mogelijk te maken. Om te laden met mode 3 kan je éénfasig of driefasig laden. Bijgevoegde tabel geeft een indicatie van de laadduur en -snelheid op de verschillende mogelijke vermogens.

LaadvermogenAansluitingLaadduur om een afstand van 100 km af te leggen (17 kWh)Laadduur om een batterij van een EV op te laden ( 60 kWh)Laadsnelheid(km/u)
3,7 kWEenfasig~ 6 u~ 18 u15-20 km/u
7,4 kWEenfasig~ 3 u~ 9 u35-50 km/u
11 kWDriefasig met nulgeleider~ 2 u~ 6 u55-57 km/u
22 kWDriefasig met nulgeleider~ 1 u~ 3 u110-145 km/u

De oplaadsnelheid hangt niet enkel af van de laadinfrastructuur, maar ook van het voertuig. Sommige voertuigen beschikken enkel over éénfasige laadmogelijkheid (boordlader) en zijn daarom beperkt tot een laadcapaciteit van 7,4 kW of lager.

Mode 4 – DC-snellader

Bij mode 4 wordt er gelijkstroom geleverd vanuit het laadpunt. Hierdoor wordt Mode 4 ook wel DC-snelladen genoemd. De aanwezigheid van een omvormer in het laadstation zelf zorgt ervoor dat de gelijkstroom rechtstreeks aan hogere vermogens aan de batterij van het voertuig geleverd kan worden. Deze laadstations hebben meestal een vermogen van 50-350 kW. Aangezien deze mode een hoge kostprijs en hoge vermogens heeft, is ze enkel in specifieke situaties aangeraden. In de tabel hieronder kan je terugvinden wat dit in de praktijk betekent:

LaadvermogenLaadduur om een afstand van 100 km af te leggen (17 kWh)Laadsnelheid
50 kW~ 30 min225-230 km/u
150 kW~ 10 min500-650 km/u
350 kW~ 4,5 min1000-1300 km/u

Ook voor DC-snelladen hangt de laadsnelheid niet enkel af van de infrastructuur. Ieder voertuig heeft een maximaal snellaadvermogen. Dit wordt steeds opgegeven door de constructeur. Bij de nieuwere voertuigmodellen is een maximaal laadvermogen van 100 kW tot zelfs 300 kW gangbaar.

Zowel bij bedrijfslaadpunten als thuislaadpunten vormen laadstations met mode 3 laadpunten de basis. Voor bedrijfslaadinfrastructuur wordt er enkel in specifieke situaties gekozen voor mode 4 laadpunten. Deze snellaadpunten zijn noodzakelijk wanneer het personeel of de bezoekers een korte verblijfsduur hebben en de nood aan een snelle laadsessie hoog is. Ook bij zware voertuigen zoals vrachtwagens of bussen is het aangewezen om een snellader te gebruiken aangezien deze voertuigen over een zeer grote batterij beschikken en de laadtijd anders kan oplopen.

4.1.2 Wie is wie? Een overzicht van de verschillende actoren in de laadketen

Binnen de waardeketen van de laaddienst zijn er verschillende actoren.

Deze worden als volgt gedefinieerd:

  • EV-rijder: eigenaar/bestuurder elektrische wagen
  • eMSP: eMobility Service Provider: aanbieder van laadabonnementen, laadpassen en/of een laadapplicatie. Deze partij zorgt ervoor dat een EV-rijder zich kan identificeren bij een laadpunt, kan laden en dat de laadsessie correct wordt verrekend
  • CPO: Charge Point Operator: aanbieder die instaat voor het operationeel beheer van de laadinfrastructuur. Denk hierbij aan de financiële afhandeling van de laadsessies of het onderhoud.
  • Eigenaar laadinfrastructuur: in een fleet context vaak het bedrijf, maar dit kan ook TotalEnergies zijn
  • Locatie-eigenaar: de entiteit die de laadlocatie heeft of beheert. Voorbeelden zijn uw bedrijf, de kantoorverhuurder, de medewerker thuis
  • Energieleverancier: leverancier van elektriciteit. Dit kan de leverancier zijn van de locatie-eigenaar, maar ook rechtstreekse leverancier aan de CPO, bv. TotalEnergies.
  • Distributienetbeheerder: Beheerder van het distributienet: Fluvius in Vlaanderen, Sibelga in Brussel of ORES en RESA in Wallonië.

4.1.3 Zijn er genoeg laadpalen in België?

De afgelopen jaren zijn er op het vlak van publiek toegankelijke laadpalen zeer grote stappen gezet in de juiste richting. Van alle laadpunten in België is ongeveer 1/3 volledig publiek toegankelijk en 2/3 semi-publiek (< 24u per dag).

Wel valt op dat er nog grote verschillen zijn tussen de gewesten. In zowel Vlaanderen als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het aanbod sterk gegroeid, terwijl Wallonië nog een tandje moeten bijsteken om de komende jaren te kunnen volgen.

Om grote afstanden af te leggen zijn vooral snelladers van belang: deze zijn goed verspreid over het land én Europa. Via de app van TotalEnergies kunnen medewerkers eenvoudig zien waar ze met hun laadpas kunnen laden in binnen- en buitenland, en of er (snel)laders beschikbaar zijn. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan de uitbouw van een dekkend netwerk aan private en (semi-)publiek toegankelijke laadinfrastructuur. Om de laadinfrastructuur op het publiek domein zoveel mogelijk te ontlasten, is het waardevol dat deze investeringen blijven gebeuren. De federale en gewestelijke overheden stimuleren het openstellen van infrastructuur via subsidies en fiscale regels.

4.1.4 Hoe pak ik het aan?

Elk soort locatie en type laadpunt vereist een specifieke aanpak.

Deze aanpak is best afgestemd op jouw specifieke situatie. In de volgende hoofdstukken neemt TotalEnergies je mee in de stappen naar jouw ideale thuislaadoplossing. Daarnaast krijg je ook een inzicht in publiek laden.

Ontdek onze Startersgids Elektrische Mobiliteit voor Fleetowners

In onze gratis gids vind je een handig overzicht van de belangrijkste stappen in het vergroeningsproces van elke zakelijke vloot. download hem nu!


Ontdek onze laatste blogs

Blog

MVO-beheer: TotalEnergies wordt beloond voor zijn inzet!

Blog

Nieuwe laadpunten in Wallonië

Blog

Klantgetuigenis – Effia België